Ga naar de hoofdinhoud

Overzichtsstudie

06/02/2023
Tim Surma Onderzoeksmanager

Al sinds het begin van de 20ste eeuw gaan er stemmen op dat Educatieve Technologie (EdTech) het onderwijs en volgens sommigen ook de wijze van leren fundamenteel zou gaan veranderen. Denken we maar aan Thomas Edison die in 1922 voorspelde dat bewegend beeld ervoor zou zorgen dat schoolboeken overbodig zouden worden. Ongeveer een eeuw later, dienen we vast te stellen dat het inzetten van EdTech niet geleid heeft tot een dergelijke revolutie, maar in het beste geval gebruikt werd als middel om de instructie en het leren te versterken (Reich, 2020).

Toch blijkt EdTech wel degelijk een positief effect te kunnen hebben op het leren. Volgens de Teaching and Learning Toolkit van de Education Endowment Foundation (EEF) kan het doeltreffend inzetten van digitale technologie een gemiddeld sterk positief effect hebben op leerwinst in het leerplichtonderwijs. Een gemiddeld positief effect zegt natuurlijk niet alles: de doeltreffendheid van EdTech wordt volgens EEF veeleer bepaald door de leer- en onderwijsdoelen dan door een specifieke technologie. De technologie zelf is immers geen doel op zich. Je moet dus duidelijk voor ogen hebben hoe elke nieuwe technologie zal bijdragen aan een verbetering van je onderwijs. Ook in de Best Evidence Encyclopedia van de helaas onlangs overleden Robert Slavin vinden we dat gerichte inzet van technologie leerwinst kan opleveren. Die leerwinst is vaak bescheiden volgens Slavin, maar ook bescheiden winst is en blijft winst.

De vraag blijft echter onder welke omstandigheden de inzet van technologie het leren kan versterken. Daarom beschreven Yeung, Carpenter & Corral (2021) in een recente overzichtsstudie wanneer we daadwerkelijk kunnen spreken van door technologie ondersteund leren (technology enhanced learning, TEL). De auteurs screenden alle wetenschappelijke TEL-artikelen waar objectieve leerprestaties in realistische onderwijscontexten werden gemeten. Ze richtten zich specifiek op onderzoek waarbij de EdTEch-toepassing het leren ondersteunde door beroep te doen op één van volgende drie principes van effectief leren: repetition (vaker aan de slag gaan met lesmateriaal), spaced practice (gespreide leermomenten in plaats van op één ogenblik lange tijd een bepaalde leerinhoud te bestuderen) en retrieval practice (actief leerinhoud trachten te herinneren bij een volgend leermoment in plaats van bijvoorbeeld herlezen). In de selectie van de literatuur maakten ze geen onderscheid in vakgebied, leeftijd van de lerenden of wijze waarop EdTech werd ingezet (online lessen, flipped learning, gebruik mobiele toestellen, …).

Resultaten

Yeung en zijn collega’s verdeelden de weerhouden artikels vervolgens in acht categorieën van mogelijk gebruik en beschreven voorwaarden voor effectiviteit per categorie. We beschrijven een selectie van belangrijke vaststellingen.

  • Gebruik van video-instructie/opgenomen lessen: leerlingen profiteren vooral van het bekijken van opgenomen lessen, indien ze controle hebben over de video. Het voordeel treedt op indien zij deze kunnen stilzetten, herbekijken … dus wanneer controle extra mogelijkheden tot leren biedt (repetition, spaced practice). Indien opgenomen lessen aangeboden worden voor de instructie of oefening (flipped classroom) kunnen ze eventueel tot leerwinst leiden indien ze voorzien zijn van activerende leeractiviteiten zoals zelftests (retrieval practice);

  • Een zelfde vaststelling in geval van Online lessen/contactonderwijs aangevuld met EdTech: het aanbieden van leerinhouden via een ander medium (online/digitaal in plaats van in contactonderwijs) leidt op zich niet tot grotere leerwinst. Indien lerenden bijvoorbeeld dezelfde wiskunde-instructie kregen en vervolgens oefenden met pen-en-papier of door gebruik te maken van digitale technologie, werd er geen verschil in leerwinst vastgesteld. Anders verwoord, digitale technologie op zich gaat niet compenseren voor de afwezigheid van belangrijke principes van effectieve instructie. Indien lerenden simpelweg online content aangeboden krijgen, zonder bijvoorbeeld toegang tot de leraar om vragen te stellen, is de leerwinst kleiner voor de online groep;

  • Inzet van mobiele toestellen met apps kon volgens een aantal onderzoeken ook tot leerwinst leiden. Die was toe te wijzen aan een toegenomen interactie met de leerinhouden (omwille van flexibiliteit) en de in apps ingebouwde mogelijkheden voor retrieval practice met directe geautomatiseerde feedback (bijvoorbeeld flash-cards). Daarnaast wordt door de auteurs een voordeel beschreven te danken aan multimedia-mogelijkheden. Hierbij kan gedacht worden aan verduidelijkende 3D-animaties of het inoefenen van de correcte uitspraak van woorden uit een vreemde taal gebruikmakend van een app.
    Ook sommige apps die een gaming component bevatten zorgden voor extra leerwinst. Bijvoorbeeld bij het leren van woordenschat, uitspraak en spelling kan de spelcomponent leiden tot leerwinst door een verhoogd engagement en interactie met de leerinhoud of het spelen van quizzes (retrieval practice);

  • In het artikel wordt nog gewezen op de voordelen van simulaties door (3D) computertoepassingen die in de praktijk moeilijk te verwezenlijken zijn, zeker voor iedere lerende op ieder moment. In een recente podcast van Buiten de Krijtlijnen bespreekt Carl Boel een aantal mogelijkheden van augmented en virtual reality bij het aanleren van praktische vaardigheden.
    Ook het inzetten van animaties (vergeleken met statische beelden) kan voor een beter begrip zorgen bij lerenden van, bijvoorbeeld, bepaalde lichamelijke processen, zoals de prikkeloverdracht tussen twee zenuwcellen.

In de app Quizlet worden data van studiesets gebruikt om te bevorderen dat niet alleen retrieval maar ook spaced practice bij het leren toegepast wordt. Op basis van gegeven antwoorden wordt bepaald of en wanneer bepaalde termen opnieuw aan bod komen

Besluit en praktische implicaties

Yeung, Carpenter en Corral besluiten dat technologie louter gebruiken als een ander middel om informatie over te dragen op zich geen meerwaarde heeft voor het leren van lerenden. Het medium maakt het verschil dus niet (zie ook Op de schouders van reuzen, hoofdstuk 19, van Kirschner et al., 2019).

Dat is de rode draad in een veelheid aan onderzoeken die in deze overzichtsstudie werden beschreven: Indien de inzet van EdTech als een hefboom werkt waardoor lerenden frequent aan de slag gaan met leerinhouden (repetition) en effectieve leerstrategieën als spaced en retrieval practice gaan hanteren, dan kan dit leiden tot een objectief meetbare toename van leerwinst. Indien er geen sprake is van deze hefboomwerking, is er noch een voordeel noch een nadeel verbonden aan het al dan niet inzetten van ervan.

Bronnen
  • Reich, J. (2020). Failure to disrupt: Why technology alone can’t transform education. Harvard University Press.

  • Yeung, K. L., Carpenter, S. K., & Corral, D. (2021). A Comprehensive Review of Educational Technology on Objective Learning Outcomes in Academic Contexts. Educational Psychology Review. Advance online publication. https://doi.org/10.1007/s10648-020-09592-4

Verwante blogs