Ga naar de hoofdinhoud

Wijze Lessen in de praktijk: een leraar wiskunde aan het woord

26/04/2024
Ann Cornelis
Eva Maesen Begeleider professionele ontwikkeling en onderzoeker

In deze blog geven we het woord aan Ann Cornelis. Zij gaat al enkele jaren aan de slag met de bouwstenen voor effectieve didactiek in haar lessen wiskunde, eerst in het Heilig Hartinstituut Heverlee / Kessel-Lo en sinds twee jaar in het Sint-Norbertusinstituut. Samen met haar collega’s in Duffel volgt ze een schoolbegeleidingstraject bij ons expertisecentrum waarbij gedurende een periode van twee jaar intensief  wordt gewerkt rond effectieve didactiek (op basis van het boek Wijze lessen). Ze schrijft hieronder neer hoe ze een aantal van de geleerde principes in haar eigen klaspraktijk integreert.

 “‘Wijze lessen: 12 bouwstenen voor effectieve didactiek’ bestaat bijna vijf jaar. Op een weekavond in september 2019 woonde ik de boekvoorstelling bij en was meteen verkocht. Een boek dat wetenschap aan de klaspraktijk verbond, vond ik de perfecte aanvulling om mijn eigen praktijk te verbeteren.

De eerste bouwsteen die ik voortdurend probeer te integreren is het activeren van voorkennis. Ik doe dit op verschillende manieren: ik maak veel gebruik van wisbordjes en stel heel wat vragen aan de leerlingen, enerzijds om te checken wat bleef hangen over leerstof uit de vorige lessen en anderzijds om te polsen naar de aan- of afwezigheid van de relevante voorkennis uit hun eerdere schoolloopbaan. Dit doe ik zowel mondeling als via PowerPoint. Soms bedenk ik de vragen zelfs nog als ik de trap opga. In de methode die ik gebruik, zijn reeds aan de start van elk hoofdstuk enkele oefeningen over leerstof uit de voorgaande jaren te vinden waarop in het komende hoofdstuk wordt voortgebouwd. Ik laat leerlingen de oefeningen voorbereiden en maak vervolgens tijd om dit samen te verbeteren. Op die manier krijg ik zicht op de hiaten in hun voorkennis en weet ik hoe ik die gericht kan wegwerken. 

De tweede bouwsteen waar ik regelmatig aandacht aan probeer te schenken is het actief laten verwerken van leerstof. Zo probeer ik bijvoorbeeld bij een bewijs samen met de leerlingen een ‘kapstok’ te maken waarin de belangrijkste stappen van het bewijs opgenomen worden. Met deze kapstok kunnen de leerlingen vervolgens aan de slag op het moment dat ze het bewijs willen reconstrueren of gebruiken in een gewijzigde context.

Als het kan maak ik een kenniskapstok (advanced organizer) van een hoofdstuk om zo de samenhang tussen de leerstof visueel duidelijk te maken. Deze kapstok geef ik mee bij de start van een nieuw hoofdstuk. Elke keer als er een nieuw stukje leerstof bijkomt, nemen we de kapstok er opnieuw bij om te kijken hoe dit nieuwe stukje in het grotere geheel past.

Regelmatig kies ik ervoor om nieuwe begrippen die aan bod zullen komen, op het zijbord te noteren. Tijdens de eerste les over de goniometrische cirkel, noteer ik bijvoorbeeld ‘georiënteerde hoek, goniometrische cirkel, beeldpunt en kwadrant’ op het linkerbord. Ik geef bij de start van de les mee aan de leerlingen dat ze op het einde van de les zullen weten wat die begrippen inhouden. Bij de afsluiting van de les vraag ik dan ook effectief aan de leerlingen wat de begrippen op het bord inhouden en/of laat ik hen een concreet voorbeeld geven van het gevraagde begrip.

Verder laat ik leerlingen actiever aan de slag gaan met de leerstof door hen geleidelijk aan een samenvatting van de theorie te laten opbouwen. Ik laat leerlingen bijvoorbeeld vooraan in hun map of schrift een blad maken met symbolen. Telkens als we een symbool tegenkomen, noteren ze dit op dit blad.

Tot slot bespreek ik graag nog de concrete toepassing in mijn lessen van één van de krachtigste bouwstenen voor effectieve didactiek, namelijk het spreiden van leerstof in de tijd. Ik probeer bij het inoefenen van de leerstof de oefeningen te spreiden waar mogelijk. Een voorbeeldje uit de lessenreeks over het oplossen van willekeurige driehoeken: op 29 januari heb ik de theorie uitgelegd en maakten we hierop enkele oefeningen. In plaats van de volgende les verder te oefenen op het oplossen van willekeurige driehoeken, wachtte ik een week tot maandag 5 februari. Dankzij de krokusvakantie duurde het vervolgens twee weken tot het volgende oefenmoment plaatsvond. Ik communiceer telkens duidelijk in de agenda wanneer we verder oefenen op bepaalde leerstof zodat leerlingen altijd het juiste materiaal bij zich hebben. De toets over dit onderwerp plaats ik dan ook bewust niet net na het aanbrengen van de leerstof, maar wordt later in de tijd geplaatst omdat we weten uit onderzoek dat het spreiden van oefening met leerstof in de tijd zorgt voor het langer onthouden ervan. Ik maak dus niet méér oefeningen, ik kies er gewoon voor om de tijd slimmer in te delen.

Dat kan ook op kleinere schaal, door bijvoorbeeld in de eerste les de eerste vijf oefeningen (a, b, c, d, e) van een opdracht te maken, de volgende les de volgende vijf (f, g, h, i, j) en de laatste vier oefeningen (k, l, m, n) de les daarop. Deze spreiding heeft een groter leereffect dan alle oefeningen op één moment aan te bieden.”

Voilà, de eerste editie van ons blogje ‘Wijze Lessen in de praktijk’ is een feit. Wil jij ook graag de toepassing van enkele bouwstenen in jouw lessen delen?

Neem dan contact met ons op!

Verwante blogs