Ga naar de hoofdinhoud

Nieuwe overzichtsstudie over lezen om te leren

24/10/2023
Claudio Vanhees Onderzoeker
Wouter Buelens Onderzoeker

Lezen van een mobiel toestel of van papier?

Een vraag die vele leraren, scholen en beleidsmakers bezighoudt, is in welke mate het aangewezen is papieren leermiddelen te vervangen door digitale leermiddelen. Meer in het bijzonder, lezen onze leerlingen beter of minder goed van een scherm dan van een papieren tekst? We schreven hierover in het voorjaar reeds deze blog, maar nieuwe onderzoeken – en ook technologieën – zorgen voor een voortschrijdend inzicht in dit vraagstuk.

Kort samengevat kunnen we stellen dat het tekstbegrip van informatieve teksten bij leerlingen, het zogenaamde ‘lezen om te leren’, minder diepgaand is en minder efficiënt verloopt bij het lezen van een scherm (screen inferiority effect). Enerzijds zou een aantal fysieke kenmerken van digitale dragers het lezen en begrijpen van een tekst bemoeilijken. Als je moet  scrollen doorheen een tekst en op een scherm de pagina’s niet kan omslaan zoals in een boek, belemmert dat het leesbegrip. Dat geldt natuurlijk vooral als het gaat om het lezen van teksten in pdf-formaat op een laptop of computerscherm. Intussen bieden mobiele dragers zoals tablets, e-readers en smartphones dankzij bv. e-inkt en leesapps echter ook de mogelijkheid om digitale teksten te lezen op een manier die vergelijkbaarder is met leerboeken of andere papieren informatiedragers. Geldt voor lezen op deze mobiele dragers dan ook het screen inferiority effect?

Het antwoord blijkt volgens een erg recente overzichtsstudie van Salméron en collega’s opnieuw ‘ja’ te zijn, al gaat het om een klein gemiddeld effect in het voordeel van papieren leermiddelen. Bij het lezen van een klassiek computerscherm in vergelijking met papieren teksten is het negatieve effect dubbel zo groot. Mobiele toestellen benaderen dus het lezen van papier sterker, maar het leesbegrip van informatieve teksten wordt nog steeds bemoeilijkt.

Behalve fysieke kenmerken spelen bij het lezen van digitale teksten ook andere factoren een rol die leesbegrip kunnen bemoeilijken, en die ook voor mobiele toestellen gelden. De meest aannemelijke hypothese is momenteel dat leerlingen bepaalde gewoontes aangeleerd hebben bij het lezen van teksten van een scherm. Die worden vaak oppervlakkiger gescand en diagonaal gelezen, ook wel hyper reading genoemd. Snelle consumptie van informatie als het ware. Dat snelle scannen en skimmen kan uiteraard nuttig zijn om snel en gericht informatie uit een digitale tekst te halen, maar is minder geschikt om tot diepgaand leesbegrip te komen. Deze theorie heet de shallowing hypothesis, omdat ze veronderstelt dat leerlingen die oppervlakkigere manier van lezen dan ook zouden toepassen op langere informatieve teksten, die wel om diepere verwerking (en dus een andere benadering) vragen. Uit ander onderzoek van Salmerón en collega’s en Stiegler-Balfour en collega’s bleek bovendien eerder al dat bij jonge, ontwikkelende lezers het negatieve effect van digitaal lezen op tablets vaak nog versterkt wordt bij de minder sterke lezers in de klas. Die ervaren bij het lezen van digitale teksten nóg meer moeilijkheden om te komen tot diep tekstbegrip in vergelijking met het lezen van papier dan de sterkere lezers in de klas.

De onderzoekers besluiten dan ook dat het met de kennis die we momenteel hebben niet raadzaam is om digitale leermiddelen massaal in te zetten voor het lezen van informatieve teksten. Ze zijn zich echter wel bewust van de realiteit dat tablets en andere mobiele dragers meer en meer hun weg vinden naar het klaslokaal. Ze suggereren daarom om in te zetten op technologische ontwikkelingen, maar ook op verder onderzoek naar effectieve didactische aanpakken die ertoe kunnen bijdragen dat het lezen van informatieve teksten van een scherm effectiever en efficiënter verloopt.

Een stapsgewijze aanpak waarbij kinderen eerst met behulp van een effectieve leesdidactiek leren lezen op papier en een sterke leesvaardigheid opbouwen alvorens digitale teksten stap voor stap aan te pakken lijkt voorlopig dan ook het meest aangewezen. In het digitale luik starten ze daarbij dan best met digitale teksten zonder hyperlinks en multimedia (enkelvoudige), om vervolgens ook digitale teksten met hyperlinks naar andere teksten en/of multimedia (meervoudige) op een effectieve manier te leren lezen. De nodige ondersteuning en modellering door een leerkracht is ook daarbij echter cruciaal om te komen tot diep(er) leesbegrip.    

Bronnen

Salmerón, L., Altamura, L., Delgado, P., Karagiorgi, A., & Vargas, C. (2023). Reading comprehension on handheld devices versus on paper: A narrative review and meta-analysis of the medium effect and its moderators. Journal of Educational Psychology. Advance online publication. https://doi.org/10.1037/edu0000830

Salmerón, L., Delgado, P., Vargas, C., & Gil, L. (2021). Tablets for all? Testing the screen inferiority effect with upper primary school students. Learning and Individual Differences, 86, 101975. https://doi.org/10.1016/j.lindif.2021.101975

Stiegler-Balfour, J.J., Roberts, Z.S., LaChance, A.S., Sahouria, A.M., Newborough, E.D. (2023). Is reading under print and digital conditions really equivalent? Differences in reading and recall of expository text for higher and lower ability comprehenders. International Journal of Human-Computer Studies, online first. doi: https://doi.org/10.1016/j.ijhcs.2023.103036