Ga naar de hoofdinhoud

11 tips voor een goede videoles – Klasse 6/11/2020

11 november 2020

Klasse, 6/11/2020

“Leerlingen leren beter als ze de leraar live een oefening zien oplossen of als ze in de helft van de les een samenvatting maken.” Wouter Buelens, onderzoeker bij ExCEL verzamelde wetenschappelijk onderbouwde tips. Goed voor elke videoles, presentatie, kennisclip of instructiefilmpje.

1. Schrijf live op het bord terwijl je uitleg geeft

Als jij, net zoals in de klas, zichtbaar aantekeningen maakt op een bord of op een blad papier dan leren je leerlingen dieper. Want ze volgen jouw hand als was het hun eigen hand. Bovendien zien Ă©n horen ze gelijktijdig de leerstof Ă©n komt die leerstof ook nog eens in kleine deeltjes binnen. Drie keer winst.

2. Kijk afwisselend naar de camera en naar het bord

Je creëert betrokkenheid door van oogcontact te wisselen tussen de leerlingen en je presentatie. Met je ogen trek je de aandacht naar wat op dat moment van belang is.

Juf Ilse klapt woordstukjes met haar kleuters. Tijdens de videoles wisselt ze van oogcontact tussen haar lesmateriaal en de camera. Ze laat haar kleuters voortdurend actief meedoen. De video is sober: een lege achtergrond en alleen essentiĂ«le materialen​.

3. Zet je leerlingen aan tot activiteit tijdens het bekijken van de video.

Vraag je leerlingen om samenvattende notities te nemen tijdens je uitleg, geef richtvragen mee om op te lossen of laat hen de handeling die jij voordoet zelf ook uitvoeren.

Je kan ook regelmatig pauze inlassen na een stuk van de leerstof. Verwijs op dat moment naar extra duiding, geef quizvragen op of voorzie een reflectiemoment waarin ze voor zichzelf uitleggen wat er tot dan toe gezegd en getoond is. Na 5 minuten gaat de les weer verder.

Op deze manier vormen leerlingen betere schema’s van de leerstof, integreren ze nieuwe info met voorkennis en leren ze onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken. Zeker leerlingen met weinig voorkennis hebben hier baat bij.

4. Film een demonstratie vanuit het perspectief van de uitvoerder

Wil je een handeling demonstreren in je video, laat je leerlingen dan kijken door de ogen van de uitvoerder. Zo kunnen ze het makkelijker nadoen en leren ze beter.

5. Ondertitel je video’s voor anderstalige leerlingen

Voor leerlingen die Nederlands als tweede of derde taal hebben, is het goed dat ze jouw uitleg gelijktijdig horen én lezen in ondertitels. Raad ze aan om je videoles in een iets langzamer tempo te bekijken, zo hebben ze voldoende tijd om de ondertitels grondig te lezen.

Voor leerlingen die Nederlands als moedertaal hebben, is het niet goed om ondertitels in het Nederlands te tonen. Zij leren beter als je je woordelijke uitleg combineert met beelden.

6. Voeg geen onnodige extra’s toe

Heel wat leraren integreren een grappige cartoon, een gekke GIF of een vrolijk achtergrondmuziekje om hun lesmateriaal minder saai te maken of om de interesse van hun leerlingen te wekken. Uit onderzoek blijkt echter dat er ook nadelige effecten aan zulke extra’s vastzitten. Beeld en geluid die niet essentieel zijn voor de leerstof nemen namelijk cognitieve verwerkingscapaciteit in bij je leerlingen. Ze belasten het werkgeheugen onnodig. Doseren is dus de boodschap.

Goed om te weten: in tegenstelling tot wat je intuĂŻtief zou denken, leiden statische beelden nog meer af dan bewegende beelden. Waarschijnlijk omdat leerlingen die beelden als belangrijker inschatten en er dus meer aandacht aan geven.

Onderzoekers zien ook dat vooral leerlingen met weinig voorkennis de dupe zijn van al die extra’s, omdat zij minder goed hoofd- en bijzaak kunnen onderscheiden. Help hen daarbij.

Meester Wouter geeft les over deelbaarheid. Hij filmt zijn schrijvende hand vanuit zijn eigen perspectief. Hij onderlijnt telkens de cijfers waar het om gaat, zo signaleert hij waar de leerling moet kijken. Op het eerste zicht een saaie les, maar dat maakt ze net effectief.

7. Combineer beeld en geluid zonder te overbelasten

Het werkgeheugen van je leerlingen heeft 2 verwerkingskanalen: visueel (wat ze zien) en auditief (wat ze horen). Bespeel evenwichtig die 2 kanalen tegelijk, zonder te overbelasten. Als je dus in een presentatie bewegende beelden of animaties gebruikt, plaats er dan geen geschreven tekst bij. Die twee visuele aspecten samen, beeld en tekst, zijn te veel van het goede. Geef er wel mondeling uitleg bij.

Gebruik liefst simpele beelden, met weinig details. Bijvoorbeeld, een tweedimensionale lijntekening is minder belastend dan een driedimensionale tekening of een realistische foto.

De geluidskwaliteit van je video is nog belangrijker dan je beeldkwaliteit. Als leerlingen niet goed verstaan wat de leraar zegt haken ze meteen af. Complexe zinnen, onbekende woorden en een te hoog tempo zijn ook te vermijden. Geef leerlingen net de kans om je videoles of presentatie in eigen tempo te herbekijken.

8. Lees de teksten op je slides niet voor

Houd de tekst op je slides of op je bord minimaal en vertel erbij zodat je leerlingen kunnen luisteren terwijl ze de beelden opslaan. De tekst op het beeld is een aanvulling of een herformulering van je verhaal.

Welke tekst is wel echt zinvol on screen? Technische termen, woorden waarmee je leerlingen niet vertrouwd zijn en belangrijke stappen in een oefening.

9. Als afbeelding en tekst samenhoren, breng ze dan ook samen

Bespreek de leerstof terwijl je de bijbehorende afbeeldingen toont. Dus niet: eerst vertellen en daarna pas de afbeeldingen tonen of vice versa. Hetzelfde geldt voor geschreven tekst die bij een afbeelding hoort: zet ze zo dicht mogelijk bij elkaar.

Leraar David legt uit wat voedingsstoffen zijn. Hij kiest voor eenvoudige afbeeldingen, toont enkel de sleutelwoorden op het scherm en brengt de leerstof tegelijk in zowel geluid als beeld.

10. Trek aandacht naar de cruciale elementen van de les

Help je leerlingen om hoofd- en bijzaken te onderscheiden. Zet sleutelwoorden in het vet op je slides of wijs ze aan met een bewegende pijl. Je kan ook titels gebruiken, onderstreping, kleur of andere technieken. Maar overdrijf niet. Als alles moet opvallen, valt uiteindelijk niks meer op.

11. Kom zelf in beeld bij de intro

Je hoeft zelf niet gedurende de hele videoles in beeld te zijn. Jouw talking head is immers ook een soort ‘onnodige afleiding’. Maar je gezicht heeft wel meerwaarde tijdens je uitleg over het verloop van een les, de verwachtingen en de leerdoelen. Het geeft je leerlingen een gevoel van verbondenheid.

Meer info vind je in onze blogberichten.

Projecten

Experten

Onderzoeker

Wouter Buelens

Expertise: digitale didactiek

Onderzoeker

Milou De Smet

Expertise: leer- en studeerstrategieën, schrijfdidactiek, digitale didactiek voor het hoger onderwijs

Begeleider professionele ontwikkeling

Mitte Schroeven

Expertise: digitale didactiek

Onderzoeker

Claudio Vanhees

Expertise:  leesdidactiek, digitale didactiek voor het hoger onderwijs