Een traject bepaalt welke verplichte opleidingsonderdelen (= vakken) je moet volgen en uit welke opleidingsonderdelen je mag kiezen om aan een diploma te geraken. Bij de keuzes kan dit beperkt zijn tot een kleine set opleidingsonderdelen (bv. je mag kiezen uit een vreemde taal Frans of Engels of Duits), maar het kan ook gaan over een afstudeerrichting die je moet kiezen (bv. bij bedrijfsmanagement Accountancy-Fiscaliteit), of zelfs onderwijsvakken (zoals bij secundair onderwijs: Aardrijkskunde-Godsdienst). Een traject is dus voor de volledige 180 studiepunten van een bachelor of 240 studiepunten indien je de bacheloropleiding Verpleegkunde studeert en 90 of 120 studiepunten voor een graduaat. Een traject wordt verspreid over opleidingsfasen met telkens ca 60 studiepunten of 40 voor een avondopleiding graduaat. Een opleidingsfase is normaal gezien het pakket opleidingsonderdelen dat je binnen één academiejaar opneemt.
Voor al onze graduaats- en bacheloropleidingen geldt dat een startende student (lees: nieuwe student die pas uit het secundair komt) altijd eerst de opleidingsonderdelen uit de eerste opleidingsfase moet opnemen.
Als je alle opleidingsonderdelen succesvol aflegt, dan ga je het volgende academiejaar naar de volgende opleidingsfase. Heb je echter pech bij een aantal opleidingsonderdelen, dan moet je het volgende academiejaar twee opleidingsfasen combineren. Dat kan binnen bepaalde regels. Meer daarover lees je bij vraag 11.