Skip to main content

Het jaar van de Digisprong

09/03/2023
Wouter Buelens Onderzoeker

De covidpandemie en de periode van volledig en gedeeltelijk online afstandsonderwijs die daarvan het gevolg was, maakte duidelijk dat er in het Vlaamse onderwijs nog werk aan de ICT-winkel is op het vlak van infrastructuur, connectiviteit en toestellen. De Vlaamse Overheid lanceerde als antwoord daarop een ambitieus plan, de Digisprong[1], waarbij, onder andere, 290€ (5e en 6e jaar basisonderwijs) tot 510€ (leerlingen secundair onderwijs, eerste jaar iedere graad) per leerling ter beschikking wordt gesteld aan scholen om toestellen voor de leerlingen aan te kopen. Daarnaast worden de nodige bedragen vrijgemaakt voor het verbeteren van de schoolse ICT-infrastructuur.

Om te bewaken dat de Digisprong geen small step voor sommige leraren en leerlingen wordt, maar wel degelijk een giant (digi-)leap voor het Vlaamse Onderwijs, zal er niet alleen geïnvesteerd dienen te worden in hardware, maar eveneens in de competenties van mensen, zowel leraren als leerlingen. In de visienota Digisprong wordt immers verwezen naar resultaten van zowel nationaal als internationaal onderzoek, waaruit zou moeten blijken dat ICT-toepassingen nog vrij beperkt ingezet worden tijdens de les. Daarnaast zou het in vergelijking met de ons omringende landen minder goed gesteld zijn met de ICT-competenties van onze leraren.
Ook al hebben veel leraren het afgelopen anderhalf jaar een serieuze gedwongen digitale inhaalbeweging ingezet, de vier speerpunten van de Digisprong zijn terecht niet louter en alleen gericht op toestellen en infrastructuur. In Speerpunt 2 wordt bijvoorbeeld gewezen op de rol van de ICT-coördinator, die niet alleen voor technische ondersteuning dient te zorgen, maar ook bekwaam moet zijn om collega’s op pedagogisch vlak te ondersteunen. Speerpunt 4 vermeldt onder andere de oprichting van een kennis- en adviescentrum om scholen te ondersteunen in hun verdere digitalisering. We mogen ervan uitgaan dat dit centrum het onderwijsveld niet alleen bijstaat op het vlak van een visie op ICT en de organisatorische uitrol daarvan, maar ook voorziet in initiatieven op het vlak van de verdere professionalisering van leraren.

Of de Digisprong er uiteindelijk toe zal leiden dat het leren van leerlingen versterkt wordt, wat toch het doel moet zijn, zal immers in grote mate bepaald worden door hoe leraren ICT-tools in hun lessen gaan aanwenden. Uit recent onderzoek van Yeung en collega’s (2021) blijkt dat het inzetten van technologie als middel om informatie over te dragen, het leren van leerlingen door de band genomen niet versterkt of schaadt. Pas wanneer leraren technologie gaan inzetten op een manier die als hefboom fungeert voor effectieve instructie- en leerstrategieën, dan komt dit het leren ten goede. Leraren zullen dus niet alleen alle mogelijkheden van de digitale tools moeten kennen en technisch in de vingers hebben. Ze zullen eveneens in staat moeten zijn om de transfer te maken tussen op evidentie gebaseerde principes van instructie en de bijhorende technologische mogelijkheden. De inzet van technologie kan dan wel degelijk een meerwaarde betekenen.

Zo’n voorbeeld van een op evidentie gebaseerd principe van instructie is het multimediaprincipe, dat stelt dat mensen beter van de combinatie van woord en beeld leren dan van woorden of beelden alleen (cognitive theory of multimedia learning [2]). Hoewel de inzet van multimedia niet per definitie inhoudt dat het digitale toepassingen betreft, spreekt het haast voor zich dat technologie hier een versterkende rol kan spelen. Het volstaat echter niet dat leraren technisch in staat zijn PowerPoints, Prezi’s en Google Presentaties te maken en dat zij YouTube filmpjes kunnen maken en embedden in een elektronische leeromgeving. Ze zullen ook kennis moeten hebben van zogenaamde multimediaprincipes en deze toepassen in het vormgeven van hun multimodaal leermateriaal. We schreven daarover bij het Expertisecentrum Onderwijs en Leren al een aantal blogs en stonden met een artikel in het magazine Klasse over 11 tips voor een goede videoles.
Een tweede voorbeeld van een effectief instructieprincipe is het toetseffect. Dat stelt dat mensen informatie beter kunnen onthouden wanneer je geprobeerd hebt om je die informatie te herinneren (m.a.w. ‘getoetst was’) in plaats van die bijvoorbeeld nog eens te herlezen of herbeluisteren. Een manier om dat toetseffect in lessen in te bouwen is door het afnemen van quizzen. Digitale toepassingen kunnen ook hier echter een meerwaarde betekenen, bijvoorbeeld doordat ze je als leraar in staat stellen onmiddellijk een beeld te krijgen van de resultaten en eventuele veel gemaakte fouten. Daarnaast kunnen alle leerlingen een antwoord geven, wat bij het stellen van een mondelinge vraag vaak niet het geval is. Maar net zoals bij multimediaprincipes en multimedialeren, dienen leraren te weten waarom ze de toepassing gebruiken. Een werkvorm als een quiz maakt an sich het verschil niet, wel het principe erachter. Pas als we weet hebben van de mechanismen achter het gespreid laten ophalen van kennis uit het geheugen (retrieval practice), zullen de extra opties van digitale toepassingen ten volle weten benut worden.

We zijn het er dus over eens dat een Digisprong noodzakelijk was. Ook kunnen we alleen maar toejuichen dat het plan niet louter en alleen bestaat uit het uitbouwen en verbeteren van de bestaande infrastructuur, en het ter beschikking stellen van toestellen. Het aspect ‘weten welke technologie er bestaat en hoe deze werkt’, staat ten dienste van het versterken van de effectieve instructie van de leraar en het concretiseren van de principes die daaraan ten grondslag liggen. Nadenken over hoe technologie deze principes mee kan helpen verwezenlijken, kan dan zelfs een katalysator zijn om ze daadwerkelijk en op grote schaal ingang te doen vinden in de klaspraktijk.
Als expertisecentrum rond effectief leren en instructie willen we dit academiejaar dit proces mee ondersteunen.

Bronnen

Onderwijs Vlaanderen. (2021). Digisprong: veelgestelde vragen – scholen. https://onderwijs.vlaanderen.be/nl/digisprong-veelgestelde-vragen-schol…

Vlaamse Overheid. (2020). Visienota. “Digisprong” Van Achterstand naar Voorsprong. https://onderwijs.vlaanderen.be/sites/default/files/atoms/files/VR%2020…

Yeung, K. L., Carpenter, S. K., & Corral, D. (2021). A Comprehensive Review of Educational Technology on Objective Learning Outcomes in Academic Contexts. Educational Psychology Review. Advance online publication. https://doi.org/10.1007/s10648-020-09592-4

[1] Zie ook onze miniconferentie van januari 2021 “Hoe kunnen scholen de Digisprong maken?” in samenwerking met Davy Van Hemelen en prof. dr. Ruben Vanderlinde

[2]  Mayer, R. E. (2014). Cognitive theory of multimedia learning. In R. E. Mayer (Ed.), The Cambridge handbook of multimedia learning (pp. 43–71). Cambridge University Press. https://doi.org/10.1017/CBO9781139547369.005