De eindstage B (semester 1) vindt plaats van oktober tot januari. Hierbinnen zijn er twee stageblokken. De eerste 4 weken loop je halftijds stage (enkel op woensdag, donderdag en vrijdag) en de laatste 2,5 week verloopt deze stage voltijds. De eindstage A (semester 2) vindt plaats in mei en juni. De stageperiode duurt 6 voltijdse weken.
De student doet 5 weken stage in eenzelfde stageklas 4- en /of 5-jarigen. De laatste 3 weken staat de student alleen in de klas om het zelfstandig stage lopen te mogen ervaren (tenzij we in samenspraak beslissen dat dit nog niet mogelijk is). De mentor kan dan andere taken binnen de school opnemen. De student gaat zoveel mogelijk samen met de kleuters (en in overleg met de mentor) de concrete invulling van de stage en de focus bepalen. Zo zorgt de student voor een gevarieerd en rijk aanbod dat kansen biedt voor alle ontwikkelvelden van de kinderen in de klas. De student heeft oog voor de maximale participatie van alle kleuters binnen het klasgebeuren. De student heeft bijzondere aandacht voor kinderen met specifieke onderwijs- en ontwikkelingsnoden. Hij/zij zet gepaste interventies op voor de aanpak van problemen en voert deze uit en stuurt bij na evaluatie, dit in overleg met de mentor. De student maakt gebruik van de leerplannen van het schoolnet waartoe de stageschool behoort.
De andere (of halve) week loopt de student stage op schoolniveau. Mogelijke voorbeelden zijn speelplaatswerking, bewegingsaanbod, focus op turnlessen, projecten, ouderbetrokkenheid, zorg, … De precieze invulling wordt beslist in samenspraak met de begeleider en de school zelf. De student neemt initiatief om voor 5 realisatiedagen zelf, samen met collega’s, … op schoolniveau aan de slag te gaan. Het zou kunnen dat de student voor deze realisatiedagen uit de klas gaat en de mentor de klas tijdelijk terug overneemt. Deze mogen, maar hoeven niet aan elkaar aan te sluiten. Er wordt dus bekeken met stageschool en -begeleider wanneer deze taken best ingepland en uitgevoerd worden.
Het groeien in een team is tijdens deze stage een belangrijke competentie. De student neemt tijdens de eindstage deel aan teamvergaderingen, werkgroepen en wordt zo goed als mogelijk opgenomen in het team. Om dit mogelijk te maken vinden we het bijvoorbeeld belangrijk dat de student in de leraarskamer wordt toegelaten (ook als dat voor andere stagiaires niet toegelaten is). De student neemt zelf verdere stappen om in te groeien in een team. Zo oefent hij/zij in het opnemen van de verantwoordelijkheden van de mentor en neemt hij/zij initiatieven om samen te werken met partners in en buiten de school.