Ga naar de hoofdinhoud
insectenkweek

Huiskrekel

Acheta domesticus

Ondanks dat we al een lange tijd met deze insecten samenleven, is hun potentieel in voeding en diervoeder bij ons reeds kort geleden bekend geworden. Deze soort staat op het dagelijkse menu van mensen uit andere continenten wat heeft geleid tot kennis en ervaring betreffende productie. Krekels hebben een relatief korte levenscyclus en zijn niet afhankelijk van licht.

Een inheems beestje

Huiskrekels (Acheta domesticus) zijn al lange tijd bekend als voedseldier in andere werelddelen, zoals bijvoorbeeld Azië. Inmiddels is dit idee in het Westen ook gegroeid en werd een Novel Food Dossier voor huiskrekels goedgekeurd (verordening nr. 2015/2283). Concreet betekent dit dat huiskrekels in gedroogde, bevroren en gemalen vorm verkocht mogen worden als levensmiddel op de Europese markt.

Huiskrekels behoren tot de familie Gryllinae en komen overal ter wereld voor. In gematigde klimaten overwinteren ze in verwarmde gebouwen. Een volwassen exemplaar is gemiddeld 16 mm groot. Het zijn omnivoren die zich voedden met allerlei plantaardig en dierlijk materiaal zoals bladeren, groenten, fruit, zaden, levende en dode insecten.

Een korte levenscyclus

Huiskrekels zijn hemimetabole insecten: uit de eieren komen nimfen, welke al sterk gelijkaardige eigenschappen vertonen met het volwassen insect. Ze ondergaan geen popfase om te transformeren naar adult. Na ongeveer 1 week in het volwassen stadium, beginnen de vrouwtjes eieren te leggen. Dit doen ze een paar centimeters diep in vochtige grond (bv. bevochtigde turf). Een vrouwtje kan tot 3000 eieren afleggen. Na ongeveer 14 dagen zullen deze eitjes uitkomen.

De productie

De productiefase (nimfenstadium) duurt zo’n 5 tot 6 weken. Na 6 weken zijn de huiskrekels uitgegroeid tot een volwassen insect. Zowel de volwassen insecten als de nimfen kunnen dienen voor toepassingen, afhankelijk van de gewenste eigenschappen. Huiskrekels zijn niet afhankelijk van licht en kunnen dus gekweekt worden in het donker. Doordat ze best hoog kunnen springen, worden kweekbakken met een hoogte van minstens 50 cm aangeraden. Gesloten kweeksystemen zijn ook een optie. Krekels verstoppen zich graag en worden dan ook best voorzien van verstopplaatsen in artificiële kweeksystemen (bv. eikartonnen). Krekels gedijen het beste op een droogvoeder met een proteïnegehalte van 20-25%. Dit voeder is idealiter gemalen. Om de krekels in hun vochtbehoefte te voorzien, kan gebruik worden gemaakt van drinksystemen (water) en/of het ad libitum toedienen van groenten. Standaard worden krekels gekweekt bij een temperatuur van 30 °C en een luchtvochtigheid van 50%. Gevoederd met gemalen kuikenvoeder (laboratoriumstandaard) en wortelen, bereiken krekels onderstaande resultaten.

Bekijk onze opleiding voor het kweken van dit insect

Parameters

±2 gemiddelde voederconversie

droge stof/levend gewicht

±600 g gemiddelde opbrengst   

totale opbrengst levend gewicht per 40x60 cm kweekbak

±0,45 g gemiddeld individueel eindgewicht

gemiddeld levend gewicht per adult

±60-70% gemiddelde overleving

van hatchling tot adult

±55% gemiddeld proteïnegehalte

droge stof basis

Projecten

Experten

Researcher

Ann Wuyts

She now maintains the insect colonies in the Insect Pilot Plant and assists in research regarding insect optimisation and the use of by-products as insects feed.

Onderzoeker

Ann Wuyts

Ann onderhoudt de insectenkweek in de Insect Pilot Plant en helpt mee in het onderzoek naar productie-optimalisatie en het gebruik van nevenstromen in het teeltproces.