Ga naar de hoofdinhoud

Referentiebudgetten

Referentiebudgetten

Een nieuwe armoede-indicator voor Vlaanderen?

Onderzoek naar de haalbaarheid van het ontwikkelen en het gebruik van een bijkomende indicator om armoede te monitoren op Vlaams niveau

In opdracht van Vlaamse overheid, Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 
In samenwerking met Universiteit Antwerpen

Datum

Van tot

Armoede-indicator 

Dit onderzoek bouwt verder op de inzichten en aanbevelingen uit het VISA-rapport. In samenwerking met het Centrum voor Sociaal Beleid van de Universiteit Antwerpen bestudeert CEBUD de haalbaarheid van de in het Vlaams regeerakkoord beoogde nominale armoede-indicator. De Vlaamse overheid wil zo armoede in Vlaanderen beter kunnen monitoren en de impact van het Vlaams beleid in de armoedecijfers weerspiegeld zien. Het onderzoek wordt gefinancierd door de Vlaamse Overheid, Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid & Gezin. 

Een eerste stap in het onderzoeksproject is het definiëren van de beoogde ‘nominale armoedelijn’. Om de verwachtingen en noden ronde de nieuwe indicator te detecteren, voeren we een beleidsgerichte Delphi-bevraging uit bij de leden van de Parlementaire Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding. In drie rondes peilen we naar de visie van de Commissieleden over armoede, armoedemeting en armoedebestrijding en welke nood aan aanvullende indicatoren zij ervaren. Dit resulteerden in een apart rapport, onderaan deze pagina terug te vinden.  

Verder bouwend op de inzichten uit deze bevraging, de aanbevelingen en inzichten uit het VISA-project en internationale voorbeelden tracht dit onderzoeksproject de haalbaarheid van een nieuwe Vlaamse-armoede indicator gebaseerd op referentiebudgetten te onderzoeken. We stellen ons de vraag of het mogelijk is om armoedelijnen te ontwikkelen die toelaten om op basis van referentiebudgetten het niveau, de samenstelling en evolutie van armoede in Vlaanderen te meten. Hierbij wordt niet enkel rekening gehouden met het inkomen, maar ook met de kosten en sociale voordelen die verbonden zijn met het gebruik van noodzakelijke goederen en diensten.  

Referentiebudgetten definiëren de ondergrens voor maatschappelijke participatie voor specifieke gezinstypes vertrekkend van korven van noodzakelijke goederen en diensten. Ze zijn ontworpen om financiële behoeftigheid te beoordelen voor individuele leefsituaties, niet om de omvang en de samenstelling van armoede in de populatie te meten. In het onderzoekproject onderzoeken we de mogelijkheden om referentiebudgetten te veralgemenen voor de hele populatie en toe te passen op representatieve inkomens- en uitgavensdata (EU SILC-data). Daarnaast wordt er ook bekeken welke sociale voordelen die een invloed hebben op de kostprijs van noodzakelijk goederen en diensten in rekening kunnen gebracht worden bij het meten van armoede.  

Tot slot onderzoekt het project wat er nodig zou zijn op vlak van statistische data en modellen om deze armoede indicator effectief te gebruiken op Vlaams niveau. 

dots

De rapporten met de resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd op de website van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.  

Lees rapport

Onderzoekers

Onderzoeker

Heleen Delanghe

Heleen studeerde sociologie aan de Universiteit Antwerpen. Ze focust zich op referentiebudgetten, minimuminkomensbescherming en sociaal beleid.

Onderzoeker

Marieke Frederickx

Marieke studeerde handelsingenieur aan de KU Leuven en werkte als stafmedewerker bij meerdere OCMW’s. De vertaling van onderzoeksresultaten naar beleid dat het verschil maakt is voor haar essentieel.

Onderzoeker

Tess Penne

Tess is Doctor in de Sociologie. Haar onderzoek focust zich voornamelijk op referentiebudgetten, minimuminkomensbescherming en armoedebestrijding.

Onderzoeksmanager

Bérénice Storms

Dr. in de sociale wetenschappen, onderzoeksmanager Expertisecentrum Budget en Financieel Welzijn